Het belang van onderwijs voor meisjes en vrouwen

In 2000 hebben de wereldleiders de Millenniumverklaring aangenomen, waarin ambitieuze doelen en streefcijfers zijn vastgesteld die tegen 2015 moeten worden gehaald. De millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG’s) lijken bijna even ongrijpbaar als ze in 20001 waren, eind 2007, nauwelijks over de helft van dit proces. Dit geldt met name voor de tweede en derde doelstelling, die erop gericht zijn “de gendergelijkheid te bevorderen en de positie van vrouwen te versterken” en “basisonderwijs voor iedereen te verwezenlijken”. Het is echter van cruciaal belang dat het momentum voor verandering niet stagneert of stopt, vooral omdat miljoenen kinderen afhankelijk zijn van de internationale gemeenschap om haar beloften na te komen.

Onderwijs voor meisjes is aangewezen als een van de beste alternatieven voor het omkeren van de aanhoudende trend van armoede en ziekte die grote delen van Afrika ten zuiden van de Sahara teistert, en dat al meer dan een decennium lang. Het verstrekken van onderwijs aan meisjes verbetert niet alleen de haalbaarheid van MDG 2 en 3, maar ook van de andere zes doelstellingen. De directe en indirecte voordelen van onderwijs aan meisjes en jonge vrouwen zijn aangetoond door Camfeds bijna 15 jaar ervaring: vermindering van armoede op het platteland (MDG 1), betere gezondheid van moeders (MDG 5) en minder HIV/AIDS-incidenties (MDG 6) zijn slechts enkele van de positieve resultaten wanneer een meisje onderwijs heeft genoten.

Recente studies bevestigen wat Camfed in de praktijk heeft gezien en aangemoedigd: meisjes die de basis- en middelbare school afmaken, trouwen later, hebben kleinere gezinnen en verdienen veel meer geld2. Onderwijs voor meisjes is gepromoot als een “vaccin” tegen HIV/AIDS, met vergelijkende analyses van niet-opgeleide en opgeleide vrouwen in Zambia, bijvoorbeeld, die een significant verschil in infectiepercentages laten zien3. De opleiding van een meisje beïnvloedt haar leven en dat van haar toekomstige kinderen, en zorgt er tevens voor dat zij kan bijdragen aan het economisch welzijn van haar gemeenschap.

Meisjes op het Afrikaanse platteland wordt onderwijs ontzegd, niet door culturele tegenstand of weigering, maar door armoede, die de belangrijkste belemmering voor hun onderwijs vormt. Hoewel er vooruitgang is geboekt in de richting van universeel basisonderwijs, met name toen de nationale regeringen het schoolgeld afschaften en de uitgaven verhoogden, zijn er nog steeds 24,4 miljoen meisjes in Afrika bezuiden de Sahara die niet naar school gaan4. In 2005 bedroeg de totale netto inschrijvingsratio van meisjes in het basisonderwijs slechts 66%, en in het secundair onderwijs zelfs nog lager: slechts 24%5. Het pleidooi voor het verbeteren en vergemakkelijken van de toegang tot onderwijs als tegengif voor de bestaande situatie lijkt eenvoudig en gemakkelijk, gezien het hoge percentage meisjes dat niet naar school gaat, het besef van de verschillende en langetermijnvoordelen van onderwijs aan meisjes, en de MDG-doelstellingen.

Sinds 2000 heeft de internationale gemeenschap, met inbegrip van wereldleiders zoals premier Gordon Brown van het Verenigd Koninkrijk6 , herhaaldelijk haar inzet voor het onderwijs van meisjes bevestigd. Hoewel men het er in grote mate over eens is dat er meer moet worden gedaan en uitgegeven om de inschrijvings- en voltooiingspercentages van meisjes in het basisonderwijs te verbeteren, is er minder overeenstemming over de manier waarop dat moet gebeuren. Dit is van cruciaal belang om echte vooruitgang te kunnen boeken, want de huidige discussies gaan niet over alternatieve benaderingen, maar eerder over wat “onderwijs voor iedereen” betekent.

“Onderwijs voor iedereen” betekent volgens Camfed dat alle studenten, niet alleen academisch briljante of elitaire, de kans moeten krijgen om hun opleiding in een veilige sfeer te voltooien. De gedachte dat onderwijs een fundamenteel mensenrecht is waartoe alle kinderen toegang moeten hebben, vormt de basis en de leidraad voor ons werk in plattelandsgemeenschappen in Afrika bezuiden de Sahara. Als gevolg daarvan verschaffen we de essentiële middelen om meisjes op het platteland naar school te laten gaan, aangezien zij de groep zijn aan wie dit recht het meest wordt ontzegd vanwege hun armoede en sociale marginalisatie1. Het model van Camfed dekt alle basisbehoeften van een meisje op school, inclusief uniformen, schoenen, schrijfgerei en boeken, evenals school- en examengeld en, indien nodig, pensionkosten. Dit allesomvattende pakket is van essentieel belang voor kansarme meisjes wier ouders zich geen van deze benodigdheden kunnen veroorloven. Meisjes verlaten de school om slecht betaald werk te zoeken, vaak onder uitbuitende omstandigheden, of ze nemen hun toevlucht tot betaalde seks met een oudere man om hun opleiding veilig te stellen, vaak ten koste van hun leven op de lange termijn, gezien de catastrofale gevolgen van HIV/AIDS voor deze leeftijdsgroep7.

De strategie van Camfed houdt daar niet op. We zorgen ervoor dat meisjes voldoende emotionele en academische steun krijgen via ons netwerk van door Camfed opgeleide mentoren op school. Dit is vooral belangrijk voor jongeren die pas wees zijn geworden. Op sommige partnerscholen van Camfed heeft 40% van de leerlingen een of beide ouders verloren aan HIV/AIDS. Omdat Camfed onderwijs als een langetermijninvestering beschouwt, omvatten onze programma’s ook bedrijfsopleidingen en beurzen voor jonge vrouwen op het platteland, van wie velen lid zijn van het 7.500 alumnanetwerk van Camfed, Cama (Camfed Association). Deze jonge vrouwen tonen de onmetelijke waarde van de opleiding van een meisje aan door meer dan 25.000 jongeren (hun eigen familieleden niet meegerekend) te helpen met de winst van hun bedrijven. Deze meisjes, die ooit geen kans hadden om hun opleiding na de lagere school voort te zetten, zijn nu zelfverzekerde jonge vrouwen die worden uitgenodigd om voor een wereldwijd publiek te spreken over het belang van hulp bij de opleiding en ontsluiting van het potentieel van veel meer meisjes – potentieel dat momenteel wordt verspild.

Verbetering van de toegang tot onderwijs hoeft niet ten koste te gaan van de onderwijskwaliteit. Het vereist echter wel een aanzienlijke investering in lokale capaciteit en infrastructuur om te voorkomen dat de huidige middelen onder druk komen te staan en uitgeput raken. Sommige landen hebben de gelegenheid al te baat genomen. Zo introduceerde de Tanzaniaanse regering in 2002 het Primary Education Development Plan, dat ongekende investeringen in het basisonderwijs genereerde en het schoolgeld afschafte. Om aan de vraag te voldoen, investeerde de nationale regering in de opleiding van tienduizenden extra leerkrachten en gaf subsidies voor de renovatie van klaslokalen, schoolboeken en de bouw van nieuwe scholen en klaslokalen. Het effect was onmiddellijk merkbaar: het netto aantal inschrijvingen in het basisonderwijs steeg van minder dan 60% in 2000 tot 96% in 20068. Het Tanzaniaanse voorbeeld toont aan dat een toename van het aantal leerlingen niet ten koste hoeft te gaan van de onderwijskwaliteit, zolang er maar sprake is van langetermijnplanning en overheidsuitgaven. Naarmate het aantal kinderen toeneemt, stijgt ook de vraag, waardoor de regeringen onder druk komen te staan om de onderwijsmiddelen uit te breiden. Het garanderen van universeel onderwijs verhoogt dan ook de kwaliteit en de normen op de lange termijn.

Er zijn argumenten aangevoerd om steun te verlenen aan een selecte groep jongeren die academisch potentieel hebben getoond, ten einde de investeringen te maximaliseren en een toekomstige geschoolde elite te verzekeren. Bevoorrechting van een kleine groep jongeren, zelfs als die gebaseerd is op academische criteria, ondermijnt het beginsel van universeel onderwijs. Hoewel academische criteria misschien indrukwekkender lijken, zou een dergelijke aanpak miljoenen kinderen de toegang tot onderwijs ontzeggen en, wat nog belangrijker is, de reeds lang bestaande ongelijkheid in het systeem laten voortbestaan.

Camfed selecteert meisjes alleen op basis van hun financiële behoefte, niet op basis van hun academische prestaties of capaciteiten. Ter plaatse identificeren onze medewerkers en partners in de gemeenschap meisjes die het risico lopen de school niet af te maken vanwege armoede. Zonder onderwijs lopen deze jonge vrouwen het risico om jong te trouwen of om naar de stad te verhuizen om als kindarbeider te werken, waar ze vaak worden mishandeld. “Als je geen onderwijs hebt genoten, ben je niets,” zei een Camfed-begunstigde uit Zambia. In de afgelopen 15 jaar heeft Camfed gezien dat verschillende van onze begunstigden postsecundair onderwijs volgden en advocaat of arts werden. Deze meisjes zouden zonder de hulp van Camfed hun basisopleiding niet hebben kunnen afmaken.

Camfed blijft investeren in voortgezet onderwijs voor jonge vrouwen en in hun economische empowerment als kleine zakenvrouwen die lokale bedrijven runnen, zodat ze de vaardigheden en het vertrouwen krijgen om hun volledige potentieel te bereiken en de kans krijgen om de armoedecirkel te doorbreken die momenteel het Afrikaanse platteland ten zuiden van de Sahara teistert.